Het lectoraat ‘High Tech Embedded Software’ van Fontys Hogeschool ICT in Eindhoven heeft onderzoek gedaan naar methodes en technieken voor het verbeteren van de software-ontwikkeling voor slimme high-tech embedded systemen. Het project richtte zich op het optimaliseren van productiedata in de maakindustrie door middel van een succesvolle simulatie van een Multi-Agent System (MAS). Studenten toonden aan dat deze technologie in de praktijk werkt.
Dit artikel is een initiatief van de Hbo Thematafel Sleuteltechnologieën. Doel van dit landelijke samenwerkingsverband is de impact van praktijkgericht onderzoek door hogescholen op het gebied van sleuteltechnologieën beter zichtbaar maken.
Project
Bedrijven in de maakindustrie willen alle data rond hun productie beter benutten. KMWE had concreet de behoefte om verschillende digitale technologieën in de praktijk te zien. Een voorbeeld is een Multi-Agent (planning) System (MAS) dat op de ‘shopfloor’ wordt ingezet. Een MAS koppelt de gedigitaliseerde componenten van die werkvloer (zoals producten, machines en het logistieke systeem) aan elkaar en zorgt dat ze onderling data uitwisselen. De technologie wordt zo beter ingezet om in een traditionele productie-omgeving sneller en efficiënter te plannen en produceren.
Een MAS als experiment direct op de werkvloer uitproberen heeft te veel impact op de bedrijfsorganisatie. In overleg met de projectpartners kwam KMWE daarom tot de opdracht om een simulatie te bouwen van een MAS. Door het digitaal te maken, en dan te simuleren, is te bewijzen dat zo’n MAS werkt, zonder de fabriek er meteen voor te hoeven verbouwen.
Teade Punter, lector High Tech Embedded Software bij Fontys ICT
We laten via een simulatie zien wat er mogelijk is, vervolgens doet het bedrijf mee en de volgende stap is dat anderen ook aanhaken. Voordeel van deze projectaanpak is dat het probleem bij meerdere bedrijven tegelijk wordt opgepakt. Voor het hbo is het wel belangrijk om de juiste match met die bedrijven te hebben. Dat kan alleen als je zo concreet mogelijk aan hen laat zien hoe ze bepaalde technologieën binnen hun organisatie kunnen toepassen. Vanuit Fontys zetten we studenten in om opdrachten voor bedrijven op te pakken. Zo brengen we hen in aanraking met de vele aspecten en technologieën van de Smart Industry, die we nog niet allemaal in het onderwijs hebben zitten.
De studenten hebben laten zien dat het mogelijk is om in korte tijd en op een relatief eenvoudige manier een simulatie te bouwen van een shopfloor. Door de mogelijkheden van deze technologie concreet te tonen, zorgden ze voor interactie tussen de betrokken partijen en kwamen de bedrijven met vragen. Zo ging de digitale technologie voor de deelnemende bedrijven echt leven.
Partners
Fontys Hogeschool ICT in Eindhoven heeft het onderzoek uitgevoerd met de vakgroep Operations, Planning, Accounting and Control van de TU Eindhoven (TU/e) die zich onder meer bezighoud met modellering, ontwerp en besturing van productie-, warehouse- en transportsystemen. Industriële partners zijn veertien maakbedrijven, waaronder KMWE in Eindhoven, dat zich toelegt op engineering en productie van hoogwaardige modules en componenten. Daarnaast is InControl, leverancier van simulatiesoftware in Woerden, betrokken.
Bart van Gennip, onderzoeksleider namens Fontys ICT
De kracht van het hbo, van Fontys, is dat wij de nieuw ontwikkelde technologie voor de bedrijven praktisch maken. We laten zien wat zo’n technologie daadwerkelijk voor hun bedrijf doet. En daardoor raken ze enthousiast. Daarbij moeten we uitgaan van de kennis waarin we gespecialiseerd zijn en dat combineren met de nieuwe technologieën die al van belang zijn of dat nog worden. Voor dit project ben ik er trots op dat we stappen hebben gemaakt van wetenschap naar toepassing. Uiteindelijk willen we ernaar toe dat de innovaties vanuit de technologie zo klaargemaakt kunnen worden dat bedrijven deze via een knop werkend kunnen krijgen in hun systeem. Voor die stap is samenwerking nodig tussen wo, hbo en ook het mbo. De innovaties moeten bij bedrijven worden geïmplementeerd en daar ligt hun kracht.
Paul Driessen, application administrator bij KMWE:
De meerwaarde van meewerken aan het project zit ’m er voor ons in dat we de kennis die bij de kennisinstellingen is ontwikkeld, op de werkvloer toetsen op toepasbaarheid. We haken als bedrijf op een mooie manier aan bij de nieuwste ontwikkelingen. Voordeel is ook dat we verschillende invalshoeken meekrijgen. Tijdens de projectoverleggen discussiëren we over diverse onderwerpen en dan komen er dingen ter sprake waar ik nog niet aan gedacht had. Daarnaast openen studenten onze ogen en laten ze zien waar we als bedrijf staan in de markt. Soms is het een bevestiging dat we goed bezig zijn en soms krijgen we een spiegel voorgehouden dat we nog verbeteringen kunnen doorvoeren in de organisatie.